Zij studeerde Rechtsgeleerdheid
terwijl ze alles zelf linkshandig deed
maar dat gaf gelukkig geen problemen:
niet bij tentamens, niet bij de fitness,
niet bij het douchen en ook niet op date.
Zij had die avond gewerkt,
was daarna wat gaan drinken,
maar haar telefoon was uit, want: leeg.
Dus toen ze thuiskwam vond ze de man
die langer dan verwacht gewacht had
op de vrouw die die avond digitaal zo zweeg.
Hij studeerde Serenades,
maar toen hij gewapend met gitaar
uren geduldig in haar achtertuin stond,
bleek dat idee voor een vierde afspraakje
een heleboel, maar allerminst romantisch:
het regende inmiddels en ze woonde
zonder balkon op de begane grond.
Zij liet hem toch beschaamd binnen,
liet hem douchen en zette wat thee.
Hij droeg wat van haar droge kleren
en ze dronken, moeizaam kletsend,
tot hij plotseling zei: tabee!
Zij was niet beteuterd
en zag hem liever gaan:
ze hield bij nader inzien niet
van mannen die
onaangekondigd
in haar achtertuintje kwamen staan.
Hij wist inmiddels wat hij miste:
rechtsgeleerde linkshandigen
boden hem geen luisterend oor.
Hij klopte een verdieping hoger aan;
de betoverende bovenbuurvrouw
had dat oor immers wel gehad,
toen het nog droog was,
twee uur daarvoor.